h

Het rookgordijn rondom het WK veldrijden 2026 in Hulst

11 september 2024

Het rookgordijn rondom het WK veldrijden 2026 in Hulst

Foto: SP Hulst

Op 23 augustus schreven we een verhaal over het WK veldrijden dat in 2026 in Hulst wordt verreden. We stelden daarin de locatie – op en rond de vestingwallen en de kosten minimaal € 400.000 plus aankoop grond ter discussie - en we vroegen ons af hoe je het gaat regelen met 60.000 bezoekers op en rond de wallen.

Door een wesp gestoken
Daarop reageerden wethouder Hageman en gedeputeerde Jo-Annes de Bat als door een wesp gestoken. Hageman: “Gedeputeerde Jo-Annes de Bat en ik hebben niet bepaald waar het WK plaatsvindt, maar de organisatie. Maar wij vinden dat het wel degelijk op de vestingwallen kan.” en De Bat: “Als politiek gaan wij helemaal niet over de locatiekeuze. Dat is aan de organisatoren van de Vestingcross.” Hier worden wat rookgordijnen opgetrokken.

Locatie
Provincie en Hulst zeggen niet te gaan over de locatie, maar is dat wel zo?Hier is iets geks aan de hand. Laten we het geheugen van beide heren even opfrissen. Op 7 juli 2021 stonden de wethouder en gedeputeerde glimmend van trots voor de camera van Omroep Zeeland te vertellen dat de gemeente Hulst samen met de Provincie Zeeland bij de internationale wielrenunie UCI een bid (aanbod tot organisatie) hadden uitgebracht om het WK veldrijden in 2026 in Hulst te organiseren. Gedeputeerde De Bat: “Vandaag kunnen we bekendmaken dat we als gemeente Hulst en provincie Zeeland een bid uit gaan brengen voor de WK cyclocross in 2026.”.

Presentatie bid

(Bron: Omroep Zeeland 7 juli 2021)

Perkpolder is dé locatie volgens de wethouder
Dit zei Hageman over de locatie: “De locatie is Perkpolder. Dat kan ook niet anders, want we zullen daar enorme logistieke voorbereidingen moeten doen. Dat heeft onder andere te maken met de publieksaantallen. Dat kan oplopen op zo'n zondag tot 80.000 mensen.”

Hulst en provincie bepalen wel de locatie
Het zijn wel degelijk de gemeente en de provincie die de locatie bepalen. Sterker nog, de UCI stelt eisen aan de informatie die in het bid moet staan. Zo ben je onder andere verplicht om de exacte locatie te omschrijven en hoe het met de toegankelijkheid is gesteld: waar zijn er (snel)wegen, waar de parkeerplaatsen.

Feestje op de verkeerde plek
Met andere woorden: de gemeente en Provincie nodigden zichzelf met het bid uit om gastheer van het evenement te zijn en de gastheer bepaalt waar het feestje plaatsvindt. Een feestje met 80.000 of 60.000 (dat is het meest recente genoemde aantal) wielerfans past niet op en rondom de vestingwallen. Waarom wordt dan op deze locatie aangekoerst?

Perkpolder was tot eind december 2023 dé locatie
Tot en met oktober 2023 is er sprake geweest van Perkpolder als locatie van het WK veldrijden. In oktober werd een eerste zaadje geplant om de wedstrijd te verplaatsen naar de stad. In het raadsvoorstel van 12 oktober 2023 over de grondaankoop van de Hulster Nieuwlanddijk staat dit: “Ook biedt dit perceel de mogelijkheid om als terugvaloptie te dienen voor het WK veldrijden in Perkpolder.” Hoezo terugvaloptie, de gemeente ging toch niet over de locatie?

Rookgordijn
Vervolgens trekt de wethouder in de commissie Ruimte van 31 oktober 2023 een rookgordijn op: “Er is nog geen besluit genomen over het WK veldrijden waar dat gaat plaatsvinden.” Dat is gek. Op 7 juli 2021 was de wethouder toch heel duidelijk over de locatie: “De locatie is Perkpolder. Dat kan ook niet anders, want we zullen daar enorme logistieke voorbereidingen moeten doen.” Als je al 60.000 (of 80.000) wielerfans veilig en met zo min mogelijk overlast voor de omgeving wilt ontvangen is Perkpolder daar de meest geschikte plek voor.

Vergunning afgewezen
En toen stelde de woordvoerder van stichting Vestingcross zomaar uit het niets en plompverloren in een interview (gepubliceerd 31 december 2023) op Wielerflits.be dat de provincie voor Perkpolder de vergunning heeft afgewezen. De reden: stikstof. Dat is vreemd want de gedeputeerde ontkent in de krant van 31 december dat stikstof de reden zou zijn geweest, maar hij was wel voorstander van Hulst als locatie. Alweer een rookgordijn.

Wat een geluk, de oplossing is nabij
Maar wat een geluk, de gemeente Hulst stond met de helpende hand klaar, zij hadden net een stuk grond naast de wallen gekocht, het perceel aan de Hulster Nieuwlanddijk. Je weet wel dat stuk grond dat op 12 oktober ineens als terugvaloptie voor Perkpolder werd gezien. En op 31 december werd in de krant door de wethouder de vestingwallen als locatie bevestigd: “Het is ook het mooiste als we gewoon in Hulst kunnen rijden.” en “Toen we hier met de Brico Cross begonnen, wilden we de koers ook echt naar de stad brengen. Dat is toen gelukt, er is een heel mooi parkoers gekomen. Voor het WK willen we daar zo veel mogelijk van behouden, maar we kunnen niet anders dan het parkoers enigszins aanpassen.”

Dus samenvattend: in 2021 zeg je stellig dat Perkpolder de locatie wordt en dat dat niet anders kan. Die locatie zal ongetwijfeld in het door de provincie en gemeente in 2021 bij de UCI ingediende bidbook (aanbod voor organisatie) hebben gestaan. Dat bidbook is trouwens niet terug te vinden; niet op de site van de gemeente en niet bij de provincie. Perkpolder is door de UCI in september 2021 bij de toekenning van het evenement aangewezen als locatie.

Niet logisch
Waarom wordt dan onder het mom van een afgewezen vergunning eind december de draai naar de Vestingwallen als locatie gemaakt, terwijl in alle verslagen, stukken en notities van de gemeente vanaf 2021 tot 12 oktober 2023 Perkpolder als locatie voor het WK wordt beschreven? En op wiens initiatief is die draai gemaakt? Het is toch niet logisch dat gemeente en provincie in 2021 aan de UCI hebben voorgesteld om het WK veldrijden in Perkpolder te laten verrijden om eind december 2023 een vergunning voor die locatie af te wijzen?

En waarom is er in zo vroegtijdig stadium een vergunning bij de provincie aangevraagd? Perkpolder ligt in de gemeente Hulst en daarom moet er een Categorie C vergunning bij de gemeente worden aangevraagd. Categorie C is een risico evenement waarbij te verwachten is dat er aanmerkelijke risico’s ontstaan voor de openbare orde, openbare (verkeers-)veiligheid, de volksgezondheid, of het milieu. Denk daarbij aan grote aantallen bezoekers, grote aantallen verkeersbewegingen en als het evenement veel bezoeker van buiten de gemeente aantrekt. 

Wat kost het WK voor de gemeente en provincie?
En dan nog even over de kosten. In 2021 zegt de wethouder bij de presentatie van het aanbod dat de UCI een garantstelling van € 380.000 eist. De gemeente en provincie moeten volgens de wethouder voor dat geld garant staan. Hij zegt dat die garantstelling de gemeente niets kost. Hij vergeet er alleen bij te zeggen dat als het WK veldrijden niet door mag of kan gaan de UCI die € 380.000 op kan eisen. Dus die € 380.000 moet je opzijzetten en kun je tot en met het WK niet voor andere zaken gebruiken.

De gedeputeerde zei in de krant dat de provincie € 50.000 bijdraagt aan het bid waar volgens hem ‘enkele tonnen’ voor aan de UCI betaald moet worden. Het is onduidelijk wat de financiële bijdrage van de gemeente Hulst aan het bid is geweest. De “tonnen” waar de gedeputeerde het over heeft is waarschijnlijk de fee die de organisatie aan de UCI moet betalen. Voor de organisatie van het WK 2026 is die op € 454.530 (CHf 425.000) gesteld. Het lijkt ons logisch dat die fee middels sponsorbijdragen en toegangskaarten opgebracht wordt.

De gemeente Hulst heeft al € 400.000 voor het evenement gereserveerd. Geld dat je niet kunt gebruiken voor zoals onderhoud van kernen, verkeersveiligheid en fietspaden. Ook is er € 337.000 uitgetrokken voor een lap grond waar het WK veldrijden gebruik van kan maken. Ook dat geld kun je niet meer ergens anders aan uitgeven zoals aan bijvoorbeeld openbaar vervoer en sociale woningbouw.

Leveren grote sportevenementen geld op?
Provincie en gemeente verdedigen de inspanningen voor de komst van het WK veldrijden met de goede economische opbrengsten van het evenement. Maar leveren grootschalige sportevenementen geld op? Marijke Taks, hoogleraar sociaaleconomische aspecten van sport en vrije tijd zei er op 23 augustus in Trouw dit over: “De veelgebruikte economische impactanalyse is altijd positief. Die kijkt alleen naar het extra geld dat binnenkomt dankzij het toernooi, niet afgezet tegen de kosten. Met een kosten-batenanalyse beschouw je alle uitgaven en kosten. Wat je aan iets besteedt, kan je niet aan andere dingen besteden. Daar kan uitkomen dat je als overheid veel beter met je geld scholen en ziekenhuizen kunt bouwen dan sportevenementen organiseren, omdat die op de lange termijn een veel grotere sociaaleconomische impact hebben op de samenleving. De beste manier blijft om sportevenementen te financieren met meer privégeld, maar dat zie ik nog altijd niet gebeuren. Private partijen weten heel goed dat zo’n toernooi heel veel kost en niets oplevert.”

Luisteren
Als de wethouder en het gemeentebestuur verstandig zijn luisteren zij naar wat hoogleraar Taks te zeggen heeft en laten ze Hulst zich daarom beperken tot het faciliteren van de Vestingcross. Met maximaal 15.000 bezoekers is dat een evenement die bij de schaal van onze kleine vestingstad past. Wil je toch koste wat het kost het WK veldrijden organiseren, doe dat dan in Perkpolder. Dat is de enige logische locatie.

En laat het gemeentebestuur de vele honderdduizenden euro’s die in het WK worden gestoken investeren in dingen waar elke inwoner van de gemeente wat aan heeft, zoals bijvoorbeeld openbaar vervoer, voorzieningen voor de jeugd, onderhoud van wijken en kernen, buurthuizen, sportaccommodaties, fietspaden enz. Onze conclusie is dat je als overheid beter in de samenleving kunt investeren dan in een kortstondig durend evenement waarvan de opbrengst ongewis is.

Onze fractie in de provincie Zeeland heeft inmiddels vragen over de rol van de provincie in deze kwestie gesteld.

Reactie toevoegen

U bent hier